Ik was hem bijna vergeten
Het was de donderdag van Pukkelpop. Ik stopte vroeger met werken, dolblij dat ik naar de Foo Fighters mocht, en haastte me richting station. Een groepje van drie, jonge, hippe gasten stond alvast op perron 1 te wachten: zonnebril op de neus, sigaret in de hand, tent op de rug.
En toen kwam hij. Een schril contrast met de vlotheid van die anderen. Zijn kousen tot aan zijn knien opgetrokken, een fluo hesje over zijn te grote flanellen hemd, zijn massieve hoofd dat zwaar heen en weer wiegde. Iemand van het nmbs-personeel bracht zijn ticket: “Ga je naar Pukkelpop?” “Jaa,” antwoordde hij gulzig, “zoals elk jaar!”
Het was vrijdagavond eer ik me hem herinnerde en lichtjes ongerust werd of hij het wel gered had. Hij leek me zo alleen.
Net zag ik hem opnieuw, aan het station in Mechelen. Ik kon wel janken van geluk.