Warm december
Vrijdagmorgen. Ik kom lichtjes buiten adem aan op het werk. Ik doe mijn jas uit en zet mijn pc op. Tijdens het wachten haal ik een kop koffie. De eerste van de 3 nodige die ochtend. Mijn browser flitst open. En dit is het eerste wat ik lees:
Zwartgeblakerd scheef
Deze nacht heeft één van onze gasten van de winteropvang zijn spullen, en daarmee eigenlijk gans de garagebox, in brand gestoken. Mijn collega stuurde me foto’s door. Compleet de garagebox is scheefgetrokken door de hitte en zwartgeblakerd. De matras is halfopgebrand, hier en daar wat afvalrestjes en een stoel, eigenlijk meer houtskool dan stoel. Hij was onder invloed van alcohol. De avond ervoor werd het hem allemaal teveel in de winteropvang en is hij huilend weg gegaan. Mijn collega’s hebben hem nog proberen overtuigen van te blijven, maar het mocht niet baten. Nu ligt hij met tweede- en derdegraads brandwonden in het ziekenhuis. Ja, dat nieuws doet wel iets met mij. Het is één van de gasten die al jaren terugkomt naar de winteropvang, al van de tijd dat ik er nog werkte als vrijwilliger. Hij is zo iemand dat nergens terecht kan. We proberen al jaren een opname, een internering voor hem te regelen, maar telkens komt hij na een korte periode weer op straat terecht omdat “zijn profiel” niet past binnen de desbetreffende werking. Geen enkele werking wilt hem. Schrijnend. Het baart me zorgen, want ik begin een patroon te zien. Sommige van die terugkerende gasten, die we jaar in jaar uit telkens weer mogen ontvangen, keren na een tijd niet meer terug. Één ervan zijn we een paar weken terug nog gaan bezoeken op het kerkhof. Het was exact een jaar geleden dat hij overleden is aan kanker. Een andere ligt nu al maanden in het ziekenhuis en daar gaat het allesbehalve goed mee. Het straatleven is ongelooflijk hard en ik wens het niemand toe. Het takelt lichaam en geest af tegen een ongelooflijk snel tempo.
Maar kom, de kerstlichtjes aan het stadhuis zijn weer mooi dit jaar en het dorpje dat ze op de Grote Markt aan het bouwen zijn, lijkt ook weer een idyllisch plaatje te worden, net zoals de kerstmarkt die er weer aankomt op het Ladeuzeplein. Fijn dat er daar toch nog geld voor is, ondanks het begrotingstekort. Laten we ons vooral bezig houden met de schijn te blijven ophouden van een Leuven zonder daklozenproblematiek. Een Vlaanderen zonder armoede. Laat ons vooral geld steken in plastieken rendieren, balkonhangende kerstmannen en gluhwein-standjes, want zo zijn al veel problemen opgelost geraakt. Laat ons vooral die met-sneeuwpoeder-bedekte sluier voor de ogen houden en veinzen dat deze kerstdagen tijden zijn van vrede, gastvrijheid en barmhartigheid waar iedereen aan meedoet. Laat ons vooral de kerstlichtjes op het stadhuis fel genoeg laten schijnen zodat ze de schaduw van het stadhuis tot over de garagebox werpt.
Er zit iets grondig scheef in onze samenleving. Zwartgeblakerd scheef.
Het was half twaalf ’s avonds toen mijn collega dit schreef. En het is duidelijk een relaas vol emotie. Maar ik kon hier zo moeilijk niets mee doen.
Een tijdje terug was een andere collega stilletjes in de weer. Een cliënt in woonbegeleiding stierf onverwacht. Hij had niemand. Het was nu aan haar om zijn plekje op te ruimen, de begrafenis te regelen. Liedjeskeuzes te maken.
Het blijft me ongelofelijk hard raken, hoe midden in die vrolijke studentenstad heel wat mensen moederziel alleen staan. Ik vergeet dat precies telkens weer een beetje. En dan word je bij koffie 1 op vrijdag keihard wakker geschud.
Ik hoop dat de komende maand voor iedereen er eentje wordt met warme momenten met vrienden en familie. En dat er dan misschien ook heel even een moment is voor die mensen die dat niet hebben.