Selecteer een pagina

Een koe als een waarheid, of iets dergelijks.

Waarom humane wetenschappers betere IT’ers zijn.

Afgelopen vrijdag kreeg ik in mijn mailbox een “Uitnodiging om deel te nemen aan Tewerkstelling en opleiding van K.U.Leuven-alumni – 1995-2010‏”. Het bleek een grootschalig onderzoek naar gevolgde opleiding en uitgevoerde functie, specifiek voor mensen die een ICT-gerelateerde functie uitoefenen. Wel hoera, daar kwam ik voor in aanmerking!

Blijkbaar komen als maar meer mensen in ICT-functies terecht, terwijl ze daar niet of amper voor studeerden. Uiteindelijke vraag van de K.U.Leuven aan die IT’ers was dan ook of we meenden dat er ICT-gerelateerde vakken in onze opleiding hadden moeten zitten. Niet dus. Ik studeerde immers uit interesse voor het vak dat ik toen koos, niet omdat ik graag techneut wilde worden. Dat ik later in ICT terecht kwam, was louter toevallig. Ik ben ondertussen ook van mening dat zogenaamde humane wetenschappers vandaag de dag betere IT’ers zijn, dan de echte. Ik geef u daarvoor graag 3 redenen:

1. Ze plaatsen inhoud en gebruiksvriendelijkheid vóór technologie.

Als een kleine jongen die met opengevallen mond naar een speelgoedtrein staart, is de echte IT’ers gefascineerd door technologie. Weet je wat de capaciteit van die schijf is? Wat zo’n kabeltje allemaal kan! Hij bouwt graag die trein uit die het meeste kan, het vernuftigst in elkaar steekt en zoveel mogelijk gadgets huisvest. De humane wetenschapper vraagt zich echter af waar we naartoe gaan met die trein, of de mensen er gemakkelijk hun weg op vinden en wat daar precies voor nodig is. Wat heb je immers aan een hyperultrasonische menudisplay als je op een korteafstandstrein zit. 

2. Ze hebben meer oog voor het geheel.

Bovendien vraagt de humane zich graag af of die ene trein wel in de rest van het plaatje past. Ziet hij er een beetje uit als de andere die we al hebben? Voegt hij waarde toe aan de rest van de vloot? En straalt hij de waarden uit die we nodig achten? Voor de techneut speelt dat vaak geen rol. Als hij maar supercool en nieuw is.

3. Ze spreken mensentaal.

Wanneer de IT’er dan nog eens begint over bites en bytes, datatransfers, error reports, mainframes en andere jargonwoorden die hij in zijn opleiding verzameld heeft is het hek helemaal van de dam. De gewonen mens kan niet meer volgen en voelt zich al snel buitengesloten. Wat een geluk dat de humane wetenschapper ook tot het ras ‘de gewone mens’ behoort en vertaling dus niet nodig is.

Wil de echte IT’er blijven meedraaien, zal hij zich moeten aanpassen. Hij zal zijn specialistische kennis moeten uitbreiden met een bredere basis aan kennis in verschillende domeinen en van de organisatie. Dat eerste is iets wat vele humanen in hun opleiding reeds meekrijgen. Misschien is dus eerder de vraag of de IT’ers die brede basis meer moeten meekrijgen in hun opleiding en niet omgekeerd.